woensdag 29 augustus 2007

Over promilles

Liefje, ik zie je graag’ zei hij me, voor de zoveelste keer. Niet dat het me begon tegen te steken om het telkens te horen, maar de verwachting van hem om hierop te antwoorden verontrustte me telkens. ‘Ik u ook, schat’ mompelde ik, terwijl mijn aandacht naar het programma ging waar ik naar keek.
Ik moest glimlachen, want ik wist, dat hij wist, dat ik tv aan het kijken was. Hij kende me goed, misschien wel beter dan iemand anders, hoewel hij niet zoveel van me wist als sommige anderen. Hij had veel tijd gestoken in het bestuderen van mijn gelaatsuitdrukkingen, mijn stemintonaties en mijn manier van reageren. Soms stond ik zelf verbaasd, van hoe goed hij me kon ontcijferen, maar ik stond nog meer verbaasd van het aantal keren hij de bal missloeg. De reden hiervan was jaloezie en bezitterigheid. Ik vroeg me af of je teveel van iemand kon houden. Als we ruzie hadden, dan was ik triest en woedend op hem. Ik haatte het om te moeten argumenteren en mezelf te verdedigen.
‘Liefje, ik heb nog niet opgehangen en ik mis uw stem nu al’ zei hij me nu. Ik verzette me, want dit was iets nieuws, ik vond het grappig en zei hem dat ook. Het was de waarheid, vertelde hij me, het was niet grappig, hij meende het echt. Hij hield zo immens veel van me, dat het hem pijn deed, dat hij liefst in me zou willen kruipen en zo altijd bij me zou zijn. We beĆ«indigden het gesprek en mijn televisietoestel kreeg weer zijn volle verdiende aandacht.
Twee uur later rinkelde de telefoon weer. ‘Hallo, ik ging je net bellen’ zei ik ‘je kan kiezen, tussen mij of tussen de rest’ was zijn antwoord hierop. ‘Wablief’ antwoordde ik hierop ‘Wat verwacht je van me?’ een beetje verbaasd over de plotse wending van het verhaal. ‘En durf me nooit meer te contacteren, want ik ga naar de politie’ zei hij er nog achter.
Ik was terechtgekomen in een zeer goedkope productie, waarbij het einde van de film ineens zeer snel moest verlopen, omdat de band bijna op was.
‘Ik u ook schat’ mompelde ik en eindigde het gesprek.

dinsdag 14 augustus 2007

Over ruggen

We stonden samen in de douche zoals we al eindeloze malen in de douche gestaan hadden. Je merkte subtiel op dat de douche kleiner was geworden sinds de laatste keer dat we eronder stonden. Een glimlach vormde zich rond mijn lippen. Je keek me recht in de ogen en ik rook je sigaretten en bier. "Je bent mooi" vertelde je me "of je nu 60 kilo of 120 kilo weegt, je bent de mooiste". Ik trok een wenkbrauw op, zoals altijd, niet goed wetend hoe te reageren.
"Ik zal je rug wassen, ik ben verzot op je achterkant, je rug en je schouders zijn zo mooi" Ik draaide me om, ik was er verzot op dat je handen over mijn rug gingen. Jaren genoot ik daar al van, als ik 's morgens naast je wakker werd, streelde je handen met een eindeloos geduld mijn rug. Je werd het niet beu, al wist je dat je deze ervaring zelf niet toebedeeld kreeg. Het was geen wisselwerking tussen ons, jij gaf en ik ontving, niet meer dan dat.
Je begon me te kussen in mijn nek en je handen gingen niet meer over mijn rug, maar over mijn buik en borsten. Ik voelde het water langs mijn lichaam glijden en ik voelde een koude rilling van jouw zijde omdat ik met al het water ging lopen en terwijl je mijn rug, buik en borsten inzeepte in de kou bleef staan.
Ik draaide me weer om en zag de liefde die je voor mij voelt in je ogen staan, zoals al jaren het geval was, maar deze maakte meer onzeker dan blakend van zelfvetrouwen.
Ik vroeg je "Trek eens aan mijn vinger". Je deed wat ik je vroeg en ik liet een knaller van een scheet. Je glimlachte.

Crisis afgewend.