donderdag 4 november 2010

Plastiek leven

Daar zat ze dan, tussen de dozen gevuld met een verleden. Het was moeilijk om er telkens aan te beginnen. Haar boeken had ze al een plaats gegeven in de logeerkamer.
Ze ging geregeld naar zolder waar dat verleden veilig opgeborgen zat, maar telkens ze de ruimte binnenstapte werd ze overmand met emoties, beet ze op de binnenkant van haar kaak en moest zichzelf vermannen om haar tranen niet op de vrije loop te laten.
Ze zag ook de humor er wel van in. De linkerkant van de zolder was zijn verleden waar nog een immens grote kader stond met een foto van hem en zijn ex-vriendin, de rechterkant was gevuld met haar verleden.
De pijn en het verdriet dat ze voelde kon niet opwegen tegen de ergernis dat die kader daar nog steeds stond.
Ze zat op een fitnesstoestel dat de weg naar zolder had gevonden, licht gebogen starend naar de brieven, programma’s, foto’s en dozen vol met een vorig leven.
Ze besefte dat ze melancholisch was, want natuurlijk kreeg ze nog programma’s van citytrips die ze deed en trok ze nieuwe foto’s, maar dat paste niet in het plaatje dat ze zo goed had gekend.
Haar leven was veranderd van dagen en nachten met stress, ruzie, seks, uitgaan en verdriet, naar iets stabiel en rustig. Iets waar ze in kon vertrouwen.
En dat was nu juist wat dat haar zorgen baarde, want ze realiseerde zich, dat het voor haar veel gemakkelijker was, om te gaan, met het zich wapenen tegen beschuldigingen en zich een masker aan te meten.

Ze vroeg zich af hoeveel ze nog moest in de vuilbak gooien. Haar herinneringen waren dezer dagen aan het vervagen en werden vervangen door nieuwe blije gebeurtenissen.
Moet je een verleden weggooien om een nieuw te verkrijgen, vroeg ze zich in stilte en een beetje bitter af.
Het stadsplan van Praag dat ze tegenkwam, dat was een superleuke herinnering. Ze was voor haar werk weggeweest en het waren een paar leuke dagen geweest. Het programma van toen ze in Schotland zat met haar werk, enkele jaren later, ook een superleuke reis, dat hield ze zich toch voor. Ze negeerde de beelden in haar hoofd, van haar toenmalige vriend die haar stiepelzat belde en met een andere vrouw zat.
Ze wilde huilen en niet stoppen met huilen tot al het verdriet eruit was en verwerkt en ze verder kon met haar nieuwe leven, maar het lukte haar niet. De tranen zaten er, maar waren er nog niet klaar voor.

Na een uur, 2 dozen en 3 grote plastieken zakken later, ging ze weer naar beneden en verslagen in de zetel zitten. Het was goed geweest. 1 kleine vuilnis vak vol en nog heel veel gevulde dozen.
Ze staarde naar de tuin die ze nu had en dacht aan haar nieuwe vriend met wie ze al dik een half jaar samen was.
Ze vond het niet eerlijk tegenover hem dat ze nog zo gekweld werd door haar verleden; ze sprak niet over het hare, maar vroeg veel over het zijne, ze zocht gelijkenissen en moest zich telkens realiseren dat ze er geen hadden.

Ze was ouder dan hem, het scheelde amper een paar maanden en toch wist ze dat ze meer getekend was, beschadigd goed, door haar herinneringen van bedrog en leugens en hij moest daar voor boeten. Haar vriend deed het met geduld, liefde en vertrouwen in haar. Ze voelde zich daar schuldig over, maar ook voor het eerst in haar leven, kon ze in iemands armen kruipen en huilen en jonger zijn.

Ze vroeg zich wekelijks af hoe lang deze fantasie nog ging blijven duren en ze weer wakker werd.

Zouden haar dozen haar inhalen of had de toekomst gewonnen?